Ook zoveel tomaten? Deze tomatenjam is weer eens wat anders  en smaakt overal lekker bij. Niet alleen op brood maar ook op een toastje of bij een stukje kaas! Het leukste van dit recept is dat het simpel is en puur natuur!

Wat heb je nodig:

• 1,5 kilo tomaten. Maakt niet uit welk soort! Alles soorten door elkaar.
• 1,5 kilo geleisuiker of halfzoete geleisuiker. Zie recept op de verpakking.
• 2 cm verse gember
• 0,5 theelepel kaneelpoeder
• Sap van een halve citroen
• Snuf peper naar smaak ca 6 draaien van de pepermolen

Bereiding:

Snijd de tomaten in grove stukken en verwarm ze in een pan. Géén vet toevoegen, alleen maar puur de tomaten.

De kruiden toevoegen en het geheel lekker laten pruttelen. Als de tomaten gaar zijn de staafmixer erdoor halen of (als je geen velletjes en pitjes wil) door de roerzeef. Opnieuw goed verwarmen en de suiker toevoegen. Als laatste het citroensap. Blijven roeren en aan de kook brengen. Testen of de jam dik genoeg doe je door te checken of er een druppel min of meer aan de roerlepel blijft hangen.  Toch te dun? Wat meer geleisuiker erbij en opnieuw minstens 2 minuten aan de kook houden.

De jampotjes direct met de hete jam vullen, dichtdraaien en op zijn kop op een handdoek laten afkoelen!

 Succes en eet smakelijk! Laat eens weten of het gelukt is!

Van rabarber kun je een gier maken die voor verschillende planten als meststof kan gebruiken. De verdunde gier als meststof, de onverdunde gier als extract ter bestrijding van bladluizen en rupsen. De gier wel buiten maken want door het gistingsproces kan het behoorlijk stinken!

Hoe maak je de gier

•  Neem een grote emmer en vul deze met water.
•  Voeg rabarberbladeren toe (1 kilo per 10 liter water).
• Laat de emmer staan en wacht een paar dagen
• Roer het mengsel 2x per dag goed door.
•  Na ongeveer drie dagen komt het natuurlijke gistingsproces op gang. Dit is te zien aan de belletjes die zich in het water vormen
• Na 10 tot 14 dagen is de rabarbergier klaar. Bij warm weer soms wat eerder.
• Zorg dat er altijd voldoende zuurstof bij het mengsel kan.
• Nu kan je de gier gaan zeven. Gebruik hiervoor een oude doek of eventueel een keukenzeef.
• De gier kun je in plastic flessen of in een emmer bewaren.

Als  je de gier als meststof wil gebruiken dan deze eerst verdunnen met water met een veerhouding van 1 op 10. Van 10 liter gier kun je dus 100 liter meststof maken. De gier op de aarde rond de planten gieten. Door de stoffen die zich in de gier bevinden, zullen de planten goed groeien en beter bestand zijn tegen bladluizen en rupsen. Bespuit het gewas eens in de week of om de twee weken met het rabarberaftreksel. Bij koolgewassen alleen rond de stam gieten

Thee van rabarber

Indien je last hebt van een luizen of rupsenplaag die je onmiddellijk wil bestrijden dan kun je eens proberen om rabarber thee te maken. Rabarber thee is erg effectief tegen luizen, rupsen en witte koolvlieg.

 Het recept

* Pluk ongeveer één kilo rabarberbladeren.
* Snijd de bladeren in repen.
* Kook de rabarberbladeren ongeveer 20 minuten in een pan met 2 liter water.
* Laat het mengsel afkoelen.
* Zeef het extract.
* Voeg één eetlepel natuurlijke zeep toe
* Verdun het mengsel nu verder met water in een verhouding van 1 op 4

Nu kan je het  extract nu over de planten vernevelen. Doe dit bij voorkeur op een bewolkte dag om minder risico te lopen op verbranding van het blad. De zeep in het recept is om het extract beter aan het blad te laten hechten. Wil je liever geen zeep gebruiken dan is suiker een optie.

De veenmol (Gryllotalpa gryllotalpa) is een insect uit de familie Gryllotalpidae. Andere namen zijn aardkrekel of molkrekel, maar het is geen directe familie van krekels, wel valt de veenmol onder dezelfde orde Orthoptera. De bruin-zwarte veenmol is een insect van ongeveer 5 cm lang, met graafpoten zoals de gewone mol. Hij graaft onderaardse gangen, waarbij veel wortels worden afgebeten. Op deze wijze kan de veenmol in korte tijd ernstige wortelschade toebrengen. De veenmol leeft van larven, rupsen en wormen, maar ook van plantaardige delen, zoals wortels. Hij bevindt zich voornamelijk onder de grond, in graslanden en moestuinen, met een voorkeur voor vochtige en humusrijke bodems. De dieren maken ’s nachts een doordringend tjirpend geluid. Veenmollen vallen onder de Flora en Faunawet en zijn dus beschermd. Het is verboden om veenmollen te doden.
Wat te doen
Van veenmollen kun je op verschillende wijzen verlost worden:

• Ze zijn te vangen door een plastic bakje, conservenblikje of bv een jampotje tot 5 cm onder het oppervlak in te graven, liefst in een mollengang. Dan leg je er een plaatje glas of hout overheen. De mol zal er tijdens zijn wandeling op stuiten en in vallen. Aangetrokken door de warmte en de beschutting die het biedt. Elke ochtend even checken.
• Nesten ruimen en zo de populatie verkleinen. Wortels zijn geliefd bij veenmollen, veenmollen maken graag een nest onder peen en wortelen. Je kunt de nestplaatsen herkennen door geel wordend loof boven het nest. Als je dit weet kun je het nest weghalen.
• Bestrijding door de inzet van aaltjes, een soort mini wormpjes genaamd: Steinernema carpocapsae. Deze aanpak kun je het beste samen met andere tuinders doen. De aaltjes worden als poeder in een zakje geleverd. Zo klein zijn die beestjes, gewoon poeder. Het poeder moet in water worden opgelost en vervolgens over de tuin worden verspreid.

Voor deze biologische bestrijdingswijze zou je kunnen kijken op sites als:
www.natuurlijkemuur.nl/c-2534754/natuurlijke-plaagbestrijding
www.ecostylewebshop.nl/tuin/biologische-bestrijding/
www.biocontrole.nl/plaagbestrijding.html